Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ten [15]achtsten dage hielden zij een [16]verbodsdag; want zij hielden de [17]inwijding des altaars [18]zeven dagen, en het feest zeven dagen. 15. Te weten, van het feest, hetwelk zeven dagen geduurd had. 16. Dat is, een vierdag, op welken alle dagelijks werk verboden was. Zie Lev.23:36. Deze dag wordt genoemd de grote dag van het feest, Joh.7:37. 17. Zie de betekenis van dit woord Num.7:10. 18. Die de dagen van het feest voorafgegaan waren.